Daniel Constantin Mari ANDRE DE LA PORTE -(O.O.N.)geb. Arnhem 13 maart 1873![]() Daniel Constantin Mari ANDRE DE LA PORTE -(O.O.N.) geb. Arnhem 13 maart 1873, generaal-majoor tit. der artillerie, ov.4 februari 1945; zie ook Nederlands Patriciaat 1963 bldz 21 - werd vernoemd naar de broer van zijn grootmoeder Hooft: Jhr. Daniel Constantijn Marie HOOFT geb. 13 sept. 1814, gepensioneerd kolonel der artillerie, gouverneur van Prins Alexander der Nederlanden, enz., overleden 's-Gravenhage 1903. Zie voor Hooft ook: Nederlands Adels-boek 1942 en Nederlands Patriciaat 1910. Daan schrijft zelf hierover: "van deze oudoom heeft D.C.M.A.d.l.P. de militaire neiging tot het wapen der artillerie, beiden op den 13en van een maand geboren". Ook bijgaand jeugdportret van Daan geeft duidelijk uitdrukking aan zijn latere liefde voor paarden en het rollend materieel. Daan groeide op in een groot en keurig gezin. Vader was directeur van de Arnhemsche Verzekerings Maatschappij tegen brandschade en moeder baarde 10 kinderen. Tot hun twaalfde jaar moesten de kinderen staande aan tafel eten, aten boterhammen met " tevredenheid "(i.e. alleen boter) en eenmaal per jaar op hun verjaardag een boterham met suiker. Zij spraken alleen als er tegen hen werd gesproken("kinderen mag je wel zien, maar niet horen") . Daan's gevoel voor humor heeft onder dit, in onze ogen nogal strenge regime, bepaald niet geleden. Daan doorliep de Koninklijke Militaire Academie in Breda en werd in 1893 tweede luitenant bij de veldartillerie. In 1897 trouwde Daan met Wilhelmina Jacoba VAN BEVERVOORDE: Mien. Uit dit huwelijk, dat twintig jaar duurde, werden twee kinderen geboren: Daniel Constantin Mari Daantje - in 1900 (ov. in 1980) en Constance Clara Caroline Jacqueline - Connie - in 1904, (ov. in 1960) beiden in NP 1963. Daan sr is in 1918 hertrouwd met Margaretha Christina PIETERS en daarna met de Roemeense Mariette Çoada. Zij was een voortreffelijk amazone en mogelijk heeft de grote belangstelling en liefde voor paarden hen tot elkaar gebracht. Daan was in 1914 kapitein commandant van het 4e regiment veldartillerie geworden en werd in 1917 bij het Departement van Oorlog geplaatst. In 1922 volgde zijn benoeming tot directeur van het Remontewezen, waarmee gepaard ging het voorzitterschap van de Remonte-commissie Binnenland. Het Remontewezen koopt de paarden in voor het leger en keurt alvast die paarden die in oorlogstijd gevorderd zouden kunnen worden voor het leger. |