Pieter C. André de la Porte

13 December 1912 - 24 Augustus 1944
Pieter C. Andre de la Porte

Ik heb hem nooit gekend, maar ben toch onafscheidelijk met hem verbonden. Mijn naam Pieter heb ik aan hem te danken en draag met trots zijn zegelring. Het verlies tijdens de oorlog van deze Pieter was groot en de geboorte van de eerste kleinzoon in 1947 werd onherroepelijk verbonden met deze oom van mij.

In één van de vele brieven die ik door vererving in mijn bezit heb, wordt door mijn grootvader, L.L.F.André de la Porte, nog jaren na Pieter's dood met een Australische vriendin, Gay Smedley, van Pieter gecorrespondeerd. Zij refereert naar mijn geboorte als troost.

Nu 50 jaar later voel ik het als mijn plicht en eer omzoveel mogelijk over hem te schrijven, dit om voor latere generaties te bewaren. Veel van de informatie heb ik uit brieven,van verhalen, boeken en foto's.

Wat Pieter eigenlijk voor een man was in de laatste fase van zijn leven wordt duidelijk beschreven in een boek van René Wittert van Hoogland, 'HET VERLOREN SCUADRON' uit 1976 (ISBN 90 269 4549 3).Dit boek beschrijft zijn (vlieg) ervaringen, de oorlog en de tragiek door het vroegtijdig verlies van zijn grootste vrienden, waaronder Pieter.
Onder het hoofdstuk "Vriend vermist" schrijft René ;

René Wittert van Hoogland".. Kapitein Pieter André de la Porte, die de lezer zich zal herinneren uit Bangalore en Jackson, gaf een uitmuntend voorbeeld als patrouille-commandant. Hij was de drager van het Vliegerkruis wegens zijn werk in Burma. Op een dag in de zomer van 1944 werd hij aangewezen voor een routine recco (Reconnaissance / verkenningsvlucht), die als zogenaamd 'ongevaarlijke' vlucht werd betiteld. Het waren sorties, die meestal goed afliepen, maar waarop je toch altijd kans liep de vijand tegen te komen.Het heette nu 'anti shipping sweep' en de sorties werd uitgevoerd door twee vliegtuigen.

Pieter zocht een baai af bij Larat, een van de noordelijke Tanimbar eilanden, of daar soms Japanse schepen verscholen lagen. Aangenomen wordt dat hij daar is neergeschoten door ack-ack, wanter is nooit meer iets van hem vernomen. Zijn teamgenoot in het tweede vliegtuig, Smith van Burgst, had hem na slechts enkele minuten gemist op het rendez-vous punt en na enige tijd tevergeefs wachten, besloot hij terug te keren naar Batchelor. Op verschillende punten in het traject was het de gewoonte, dat één kist bij het aanlopen van een eiland om de oost zou gaan, terwijl de ander om de west. Daarna zouden zij zich bij elkaar voegen op een van tevoren afgesproken punt.

Luitenant-kolonel Asjes ging zelf met een aantal volgelingen zoeken rondom de Tanimbar eilanden en werd bij Larat warm ontvangen door een tot nu toe onbekend soort rocketvuur, zodat werd aangenomen dat het vliegtuig van Pieter André de la Porte door zo'n projectiel was neergehaald. Er doken verhalen op dat hijna een gedwongen landing gevangen genomen was en, na geweigerd te hebben gegevens te verstrekken aan de Japanse Kempei Tai, tenslotte was onthoofd. Deze geruchten zijn nooit bevestigd. Hij werd op 24 Augustus 1944 aangemerkt als vermist met heel zijn bemanning.

Pieter Andre de la PorteBij een onderzoek ter plaatse na de oorlog werd een graf van zes vliegers aangetroffen. Zij werden overgebracht naar het oorlogskerkhof op Ambon, waar vele gesneuvelden zijn bijgezet door de zorgen van de Australische gravendienst. Er heerste grote verslagenheid in Batchelor bij het verlies van Pieter, die als deskundig instructeur -vlieger door vele als onoverwinnelijk was gehouden. Zoals gebruikelijk was, werd een boedelcommissie aangewezen. Immers, de spaarzame eigendommen van de doden werden teruggezonden naar de familie. Van tijd tot tijd kwamen er voor hem nog brieven van het en der. Er was er één bij van Phillis, de vriendin van Pieter uit Amerika, die schreef zijn verloofde te zijn. Ze hadden elkaar goed gekend in Jackson en zouden gaan trouwen, zodra Pieter zijn oorlogsperiode van zes maanden erop had zitten. Zij droeg zijn kind onder het hart, en wij moesten haar dus inlichten met het stereo type telegram: "We regret..."

Na de oorlog - tijdens een skymaster vlucht van het 19de squadron op de lijn Batavia naar Los Angeles- had ik voor het eerst de gelegenheid nader onderzoek in te stellen in America. Ik slaag de er in Phillis op te sporen , die als secretaresse bij Douglas in Burbank werkte. Zij had het leven geschonken aan een tweeling, waarvan zij alleen wist dat Pieter de vader was. De beide kinderen waren geadopteerd door een Amerikaans gezin, op de uitdrukkelijke voorwaarde dat de moeder nooit een poging zou doen het te traceren of te bezoeken. Dit was het offer dat zij brachten waarmee zij huiselijk geluk kocht voor twee vaderloze kinderen. Zij zouden nooit weten dat hun vader het hoogste had gegeven in de strijd tegen Japan en dat hij begraven zou liggen, samen met zijn bemanning, op Galala War Cemetery, Ambon, als één groep genummerd ZD8 tot en met ZD13...."

Home

Zijn laatste brief

Links & pubicaties


©1999/2007 Pieter André de la Porte / 1976 Uniboek BV, Bussum - laatste wijziging: Januari 2006